In de uitspraak van 28 mei 2018 staat de rechtbank Roermond toe dat iemand van wie het geslacht bij de geboorte niet kon worden vastgesteld, niet langer of als vrouw, of als man in de geboorteakte geregistreerd moet staan. De rechtbank vindt dat in zo’n geval ook de zinsnede “geslacht is niet kunnen worden vastgesteld” in de geboorteakte mag komen te staan.
Bij de geboorte van de eiser werd niet meteen duidelijk wat het geslacht was. De ouders hebben toen de baby het mannelijke geslacht in de akte gegeven. Later bleek dat deze persoon zich eigenlijk niet mannelijk of vrouwelijk voelde. De Roermondenaar spande de rechtszaak aan om het officiële document te veranderen.
In maart 2007 was een zelfde soort vraagstuk voorgelegd aan de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde destijds de wetgeving van destijds niet kon leiden tot toewijzing van een verzoek tot het achterwege laten van vermelding van hetzij het mannelijk hetzij het vrouwelijke geslacht.
In de afgelopen 11 jaar en dan voornamelijk de laatste jaren is de erkenning op het gebied van een ‘derde gender’ opgekomen en wordt dit onder meer erkend door de NS, de gemeente Amsterdam en genderneutrale toiletten.
De rechtbank vindt dat er sprake is van “een inbreuk op het privéleven, het zelfbeschikkingsrecht en de persoonlijke autonomie van belanghebbende nu belanghebbende zich niet als genderneutraal kan laten registreren”.
Voor het vaststellen van het gender van een persoon is volgens de rechtbank medisch onderzoek ook geen optie. Met dit onderzoek kan niet worden vastgesteld hoe de betreffende persoon zijn gender beleeft. Een belangrijke uitspraak van de rechter die daaruit volgt is dat het van belang is bij het bepalen van het geslacht er meer moet worden gekeken naar de genderbeleving in plaats van de fysieke verschijningsvorm of medische conditie zoals voorheen altijd gedaan werd.
Om een registratie als derde gender mogelijk te maken is een wetswijziging nodig, maar de rechter kon wel het verzoek van de officier van justitie toewijzen voor de bewoording ‘geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’. De rechtbank acht de tijd nu wel rijp om het verzoek toe te wijzen en geeft de wetgever een voorzet om tot wijziging van de huidige wetgeving te komen.
Belangenorganisaties als COC Nederland en Stichting NNID vinden de beslissing een zetje in de goede richting, maar zouden liever zien dat geslachtsregistratie in het geheel niet meer plaatsvindt. De vraag is of de wetgever zo ver wil gaan.
Lees de volledige uitspraak hier http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2018:4931