Wet forensische zorg

Drie nieuwe wetten

Per 1 januari 2020 treden er 3 nieuwe wetten in werking ten aanzien van verplichte geestelijke gezondheidszorg en verplichte verzorging van personen met een verstandelijke beperking of met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie).

De wet Bijzonder opneming psychiatrische ziekenhuizen wordt vervangen door de Wet verplichte GGZ en de Wet zorg en dwang.

Daarnaast treedt de Wet Forensische zorg in werking. In dit artikel wordt de Wet Forensische zorg kort toegelicht. Voor meer informatie kunt u contact opnemen. In nadere artikelen zullen de Wvggz en de Wet Zorg en Dwang nog worden besproken.

Wat is forensische zorg?

Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijke gehandicaptenzorg, die onderdeel is van een (voorwaardelijke) straf of maatregel of de tenuitvoerlegging daarvan, dan wel een andere justitiële titel. Forensische zorg wordt meestal door de rechter opgelegd als onderdeel van een straf of maatregel aan iemand met een psychisch /psychiatrische stoornis of verstandelijke beperking die een strafbaar feit heeft gepleegd.

Voor wie?

Er worden drie hoofdgroepen onderscheiden die forensische zorg (kunnen) ontvangen:

  • verdachten of veroordeelden aan wie het Openbaar Ministerie (OM) of de rechter forensische zorg heeft opgelegd als voorwaarde;
  • gedetineerden (ook preventief gehechten);
  • terbeschikkinggestelden met bevel tot verpleging (tbs met dwangverpleging, art. 37a jo 37b Sr (hierna: tbs-dwang).

Personen die zijn veroordeeld in het kader van het jeugdstrafrecht, waaronder de PIJ-maatregel, vallen niet onder het stelsel van de forensische zorg.

In de forensische zorg wordt ook onderscheid gemaakt worden in verschillende segmenten. Dit zijn de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg. Binnen deze segmenten wordt zowel ambulante zorg, verblijfszorg als klinische zorg geleverd. Dit onderscheid wordt gemaakt om verschillende specialisaties aan te geven.

Strafrechtelijke zorg of GGZ?

Het is mogelijk om in elke fase van het strafrechtelijk traject te kiezen voor een behandeling in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ):

  • In de voorfase kan de officier van justitie een afweging maken of een strafrechtelijke vervolging of het aanvragen van een (zorg)machtiging op grond van de Wet Bopz (dan wel de nieuwe Wvggz) de passende maatregel is;
  • Ook in de fase van het vonnis van de rechter en na afloop van de verleende forensische zorg moet zij voorzien in een goede aansluiting;
  • Als de strafrechter de verdachte geen forensische zorg oplegt of besluit om de tbs niet te verlengen, kan hij een zorgmachtiging afgeven;
  • Verder krijgt de strafrechter de bevoegdheid om op voorstel van het OM een (zorg)machtiging af te geven aan een forensische patiënt met een psychische stoornis aan wie na afloop van de strafrechtelijke titel onvrijwillige zorg moet worden verleend.

De betrokkene kan dus niet zelf vragen voor behandeling in GGZ, maar er kan wel tijdig contact worden opgenomen met de OvJ om te overleggen over de meest gewenste gang van zaken. Ook ter zitting kan behandeling in de GGZ worden bepleit wanneer de OvJ forensische zorg vordert. Let wel, de rechter kan een zorgmachtiging alleen op afgeven als forensische zorg wordt afgewezen of op vordering van de OvJ.

Het is dus van belang dat uw advocaat in een strafzaak waarin sprake is van een psychische stoornis goede kennis heeft van de Wvggz.

Indicatiestelling

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) voert de indicatiestelling uit voor alle klinische zorg en voor verblijfszorg na klinisch verblijf. Het PMO voert de indicatiestelling uit voor ambulante zorg binnen de PI en verblijfszorg in het kader van re-integratie vanuit detentie voor justitiabelen die niet zijn veroordeeld voor ernstige geweld-en zedendelicten.

De reclassering voert de indicatiestelling uit voor alle ambulante zorg en verblijfszorg in voorwaardelijke trajecten, met uitzondering van beschermd wonen aansluitend aan een eerder geïndiceerde klinische plaatsing door NIFP.

Nadat een indicatiestelling is afgerond en plaatsingsverzoek in Ifzo is gedaan door het NIFP, wordt door DIZ de best passende zorg voor de justitiabele gezocht. Deze instelling ontvangt het plaatsingsbesluit met de indicatiestelling.

De zorgaanbieder heeft vervolgens vijf werkdagen om justitiabele te accepteren en dit terug te koppelen aan de plaatsende instantie.

Wanneer eindigt de zorg?

De forensische zorg eindigt uiterlijk als de strafrechtelijke titel is geëindigd. Zorgaanbieders hebben hier een inspanningsverplichting indien de zorgaanbieder en/of de justitiabele na afloop van het strafrechtelijke kader vinden dat voortzetting van de zorg nodig is:

  • kan de reclassering een wijziging van de bijzondere voorwaarden aanvragen bij de OvJ als de proeftijd nog niet is verlopen;
  • dient de zorgaanbieder op tijd een indicatie aan te vragen bij CIZ of de gemeente bij afloop van de forensische zorgtitel. Dit dient zes weken voor afloop van de titel te gebeuren;
  • dient een verwijzing door een wettelijk verwijzer te worden aangevraagd voor zorg in het kader van de Zvw;
  • kan een zorgmachtiging op grond van de Wvggz worden aangevraagd door de OvJ.

Wanneer een zorgmachtiging wordt aangevraagd geldt de Wvggz. De betrokkene heeft dan ook recht op toevoeging van een advocaat. Er volgt dan een aparte procedure.

Scroll to top